Verhalen_NL

Dakloos worden

Ik ga vertellen over mijn grootste angsten die zijn uitgekomen en over hoe bevrijdend dat eigenlijk was. Het gaat over dakloos worden, voor wie is dat geen grote angst? Dat is mij dus overkomen.

Als ik terug kijk naar de eerste nacht, dan herinner ik me dat ik dacht: ‘nou dit is het dan, maar het is eigenlijk zo erg nog niet’. Ik zat comfortabel, droog, warm en binnen. Met mensen die allemaal rustig waren. Ik was in een nachtopvang in zelfbeheer. Mensen komen daar binnen als dakloze en dan kun je uiteindelijk beheerder worden. Dat maakt het fijn, want de mensen die het runnen weten hoe het is om op straat te slapen. Nou ja dat heb ik nooit hoeven doen gelukkig. Ik sliep gelijk al daar binnen. Maar ze wisten dus ook hoe ze junkies buiten konden houden. Dat was ook fijn.

Je hebt echt verschillende soorten mensen onder de daklozen. Stereotype daklozen, die hebben geaccepteerd dat dit hun leven is. Ze gaan overdag de straat op en komen in de avond terug. Die mensen passen ook op elkaar. Tegen mij zeiden ze soms ook dingen als: ‘hej wijfie heb je wel wat te roken? Neem maar wat van mij anders’. En dan heb je ook mensen die hun dagelijkse dingen blijven doen. Daar kun je het ook niet aan zien.  Ze zijn een soort undercover daklozen. Ook zijn er wel een paar jonge mensen, maar niet veel.

De eerste nacht dat ik er kwam was heel toevallig ook de eerste nacht dat een goede vriend van me er kwam. Dat was heel fijn. Ik vroeg me net al af hoe het met hem zou zijn en toen kwam hij ineens binnen lopen. Daar heb ik echt veel aan gehad. Hij is daar uiteindelijk ook beheerder geworden. Ik heb echt hele bijzondere ervaringen opgedaan daar bij de nachtopvang.

Ik heb bij een kringloopwinkel eronder gewerkt. Mijn verblijf en mijn maaltijden werden betaald in ruil voor het vrijwilligerswerk. Die kringloopwinkel is echt zo leuk! Ik had een dakloze uitkering. Dat is dus 700 euro (naar beneden afgerond). Je hoeft eigenlijk alleen je zorgverzekering te betalen, dus ik hield zo’n 500 euro over per maand. Dus ik heb echt veel leuke spullen gekocht. Ik heb heel veel leuke kleren en sieraden gehaald ook daar. Ik bewaarde mijn spullen in een koffer in een bagage hok van de opvang. Het werd dus een roulerende doorloop. Veel van de spullen gingen dan na een tijdje gewoon weer terug naar de winkel. Je kan natuurlijk niet veel hebben.

Op de dagen dat ik vrij was, op zondag en op maandag, was de kringloop dicht. Dan werkte ik kantinediensten in de nachtopvangen. Ook heel leuk. Daar krijg je ook alle verhalen te horen. Soms was het ook gewoon lol trappen met elkaar daar. Dat was heel gezellig eigenlijk. Als ik aan mensen vertel dat ik dakloos was, dan schrikken mensen er vaak van. Maar ik denk dan: ‘ik heb eigenlijk de tijd van mijn leven gehad’. Je bent heel vrij en hebt weinig verantwoordelijkheden. Wel is het vermoeiend. Elke avond is als een avond uit. Er zijn altijd mensen om je heen. Het is heel gezellig, maar je hebt absoluut geen privacy en je hebt weinig rust. Je slaapt in slaapzalen waar ook anderen slapen.

Op een gegeven moment zat ik dus in de nachtopvang. Ik was even niet aan het kletsen. En ik dacht bij mezelf:  ‘tja dit is het dan.’ Maar dat betekende ook dat ik er niet meer bang voor hoefde te zijn. Ik hoefde namelijk nooit meer afhankelijk te zijn van ouders of een huisbaas of van andere mensen. Ik heb ook wel bij vrienden gezeten, maar dan kan je ook niet altijd aan alle verwachtingen voldoen. Er zijn wel een paar duidelijke regels in de nachtopvang, maar als je je daar aan houdt dan hoef je verder niks. Mits je niet ergens verslaafd aan bent zijn het ook hele makkelijke regels om je aan te houden. Je moet alleen oppassen voor mensen die hogerop willen komen en misbruik willen maken van je. Sommige mensen kunnen niet accepteren dat dit hun leven is en dat zijn mensen die altijd meer willen. Dus die gaan dan mensen tegen elkaar uitspelen en onrust stoken.  Dat was soms wel vervelend.

Met bewondering was ik aan het luisteren en tussendoor stelde ik de vraag of ze zich wel eens onveilig had gevoeld.

Tot op zekere hoogte was ik wel veilig als vrouw zijnde. Er zijn altijd wel mannen die gaan kijken of er wat bij je te halen valt. Die het gaan uittesten, maar als je maar duidelijk maakt dat je er niet van gediend bent, laten ze je wel met rust. Er is trouwens een aparte dames slaapzaal en badkamer. Maar als je dan wel iemand tegen komt die je leuk vindt kan je niet bij elkaar slapen. Er waren wel stelletjes. Die loste het dan op door in het weekend met een tentje ergens heen te gaan. Er waren ook wel genoeg die het niet eens waren met de regels en dan gewoon ergens in een tentje gingen bivakkeren. Ook daar ben je natuurlijk vrij in.

Sinds ik dit heb meegemaakt voel ik me trouwens ook niet meer schuldig als ik een dakloze niks geef. Er is gewoon hulp en een uitkering, dus ze hebben het niet echt nodig.  Maar niet iedereen kan positief blijven als dakloze. Soms gaan ze aan de drugs om het te vergeten.

Wat interessant is om erbij te vertellen is dat er twee dakloze opvangen zijn. De ene is de sleep-in en daar zit het gajes zeg maar. De andere waar ik zat is de nachtopvang in zelfbeheer. De regels verschillen nogal van elkaar. Bij beide moet je om 12 uur naar binnen, maar bij de sleep-in mag je, als je wil, de hele nacht opblijven. Waar ik zat moest je wel om 12 uur naar bed. Anders verliezen ze het overzicht ook. Het zijn natuurlijk geen professionals bij de nachtopvang in zelfbeheer. Op dat moment had ik er geen erg in dat we altijd om 12 uur moesten slapen. Als ik een keer uit wilde gaf ik het door en dan logeerde ik gewoon ergens. Waar ik zat kon je trouwens ook een taak nemen. Bijvoorbeeld de badkamer schoonmaken ofzo. Daardoor kon je extra tijd verdienen dat je binnen mocht blijven. Dan kon je soms wel tot drie uur binnen blijven.  Anders moest je al om tien uur in de ochtend er uit. Het is natuurlijk alleen maar een nachtopvang.

Nadat ik een opmerking maakte over dat me dat wel heftig leek, vertelde ze verder.

Het is sowieso wel echt even omschakelen hoor. Maar toen ik bij de kringloop werkte moest ik natuurlijk ook op tijd zijn. Ik moest er dus toch uit. Mensen die werkten mochten soms wel de hele dag binnen blijven en omdat ik ook vrijwilligerswerk deed mocht ik soms ook gewoon uitslapen en binnen blijven op een vrije dag. Uiteindelijk raak je aan alles gewend. Je komt in een ritme terecht. Ik had ook nog nooit zo gestructureerd geleefd. Dat deed me ook heel goed. Het voelt toch veel gezonder.

Hierna vroeg ik aan haar waardoor ze eigenlijk dakloos geworden was en deze vraag leidde tot het volgende deel van het verhaal.

Voordat ik dakloos werd ben ik klinisch opgenomen geweest. Dat was in Zeist. Ik volgde daar schema therapie. Iets wat ik iedereen kan aanraden. Dat houdt in dat je gaat kijken naar je eigen gedachten en gedragspatronen. Die ga je namen geven. Bepaalde gedachten vallen bijvoorbeeld onder minderwaardigheid of bijvoorbeeld onder te hoge eisen stellen. Je leert ook wanneer iets realistisch is en wanneer niet. Ik had eigenlijk niet door hoe weinig ik van mezelf hield en hoe laag ik mijzelf op de prioriteiten lijst zette. Ik ben daar veel sterker van geworden. En mijn ervaringen in de nachtopvang hebben ook echt een extra therapeutische werking gehad. Want daar moet je echt je grenzen aangeven. En als je je grenzen aangeeft wordt het ook gerespecteerd.

Op dit moment vroeg ik of ze kwijt wilde waarom ze in therapie had gezeten.

Ik ben een aantal jaar geleden dus suïcidaal geweest en heel erg depressief, dus daarom zat ik opgenomen in Zeist. In het weekend ging je dan naar huis.

Mijn therapeute had mijn ouders op een gegeven moment uitgenodigd op gesprek. Mijn ouders hebben veel van mijn problemen veroorzaakt. Ik vond het al geen goed idee dat ze uitgenodigd werden voor een gesprek. Ik woonde toen nog bij mijn ouders. Daarvoor woonde ik al op mezelf, maar omdat ik zo depressief was geworden ging ik weer bij mijn ouders wonen.  Ik kon toen ook niet werken. Maar mijn therapeute wilde toen een gesprek met mijn ouders, dus toen heb ik ze toch maar gevraagd. Ze hadden er eerst ook al helemaal geen zin in, maar uiteindelijk zijn mijn ouders toen toch gekomen. Dat ging dus helemaal mis. Toen werd het mij ook duidelijk dat mijn moeder ziek in haar hoofd is. Want als ze het gevoel krijgt dat ze ergens de schuld van krijgt, dan gaat ze rare dingen zeggen en doen zoals het gesprek saboteren. Ik heb gezegd van: ‘nou leg maar eens uit wat jullie denken dat het probleem is’.

Mijn vader dacht dat ik me thuis geen houding wist te geven. En dat ik meestal dacht: ‘laat ik me maar gedeisd houden’. Ik heb hem daar gelijk in gegeven. Ik durfde het niet te uiten als ik het ergens niet mee eens was. Dus ik slikte heel veel in. Ik was ook bang voor ruzie. Dus ik gaf mijn vader gelijk toen. Mijn therapeute vroeg of ik kon uitleggen waarom ik daar bang voor was, maar voordat ik iets kon zeggen had mijn moeder toen al gelijk zoiets van: ‘hoe durf je te denken dat haar angst een oorzaak heeft’ en ze ging gelijk in de verdediging. Dus ik zei toen: ‘nou ma, je hebt me wel eens van de trap gegooid en uit huis gezet en onder een koude douche gezet en je hebt me ook wel eens geslagen. Natuurlijk wil ik niet dat zulke dingen nog een keer gebeuren’.

Maar dat zijn nog niet eens de dingen waar het me om ging. Dat waren eigenlijk meer de dingen die niet gebeurden. Zoals dat er naar me geluisterd werd en dat ik voorzien werd in emotionele behoeften. Mijn grenzen en behoeften werden niet in acht genomen. Als mijn ma rekening had gehouden met bepaalde behoeften, dan had ze me wat mij betreft wel 10 keer van de trap kunnen gooien. Ik weet wel zeker dat mijn moeder ergens last van heeft, maar die wil dat niet inzien. Ze staat haarzelf niet toe om zich ergens voor te schamen.

Mijn moeder heeft zich in het gesprek met de therapeute erg misdragen en uiteindelijk werd het een gevecht tussen wie zijn schuld het nu allemaal was.  Ze vonden ook dat de therapeute te veel aan mijn kant stond. Mijn vader ging achter mijn moeder staan. Mijn moeder wilde ineens weg. De therapeute wilde het nog fatsoenlijk afsluiten, maar mijn moeder zei toen: ‘nee, jullie zijn gewoon een heel ander slag mensen en daardoor kunnen jullie mij niet aan, want ik zet iedereen op het verkeerde been, altijd’. Toen heeft ze tegen mij gezegd: ‘Ik blijf van je houden, wat elke therapeut ook over je zegt’. Maar dat sloeg zo nergens op, want de therapeute had niks vervelends of raars over mij gezegd. Het voelde meer toe-eigenend vanuit mijn moeder. De therapeute heeft er zelfs nog om gehuild.

Dat weekend kwam er een besef. Ik had eerst mijn vader geappt dat ik met hem wilde praten. Mijn vader had weinig gezegd tijdens het gesprek, dus ik wilde ook wel eens weten hoe hij er nu over dacht. Mijn moeder was niet voor rede vatbaar, maar ik wilde weten of mijn vader zich niet ook gewoon koest hield. Ik had gevraagd of we onder 4 ogen konden praten, voordat ik weer naar huis toe zou komen. Toen heb ik dus afgesproken met mijn vader om ergens in een park te gaan praten samen. Die vrijdag dat we af hadden gesproken zei hij ineens: ‘kom dan maar naar huis om te praten’. Ik heb toen wel gevraagd of we in ieder geval alleen konden praten. Hij wilde toen weten waarom.


Uiteindelijk kwam ik dus thuis om met hem te praten en het huis was leeg……. Ik had helemaal niks gehoord. Ik denk dat het een spelletje is geweest wat mijn moeder gespeeld heeft. Zo werd het mij duidelijk hoe smerig mijn moeder het speelde. Ik mocht gewoon geen verandering in huis brengen en de situatie verbeteren voor mezelf. Toen dacht ik al, laat ik mijn koffer maar vast opnieuw inpakken. Ik heb een uur a anderhalf uur gewacht. Toen ze thuis kwamen was ik nog thuis.

Ik was met vrienden gaan bellen over hoe ik het moest gaan aanpakken. Toen had ik al zoiets van: ‘ik ga hier weg’. Toen ze thuis kwamen was ik nog aan het bellen, maar ik hing op toen ze binnenkwamen. En mijn ouders kwamen naast me zitten, beiden aan een kant alsof ze een muis in de val hadden. Toen begonnen ze eerst mijn therapeute belachelijk te maken. Zo van: ‘wat zijn dat voor onkundige sukkels’. en daarna was het van het ene op het andere moment: ‘maar waar wilde je nou over praten?’. Heel luchtig ineens. Toen dacht ik al: ‘ik ga dit gesprek niet meer beginnen’. Mijn ouders hadden zoiets van: ‘zeg het nou maar gewoon en wat had je nou te zeggen wat je moeder niet mag horen?’. Ik zei: ‘het gaat mij er om dat ik met mijn moeder erbij geen constructief gesprek kan voeren’.

Toen zeiden ze dat ik een wig in hun huwelijk zou willen drijven en ik zou aandacht halen uit problemen die ik zelf veroorzaakte. Ze vonden dat ik weer helemaal terug was bij punt A en dat ze voor mij op hun tenen liepen. Ik werd  helemaal onderuit gehaald. Toen vroegen ze nog een keer waar het nu eigenlijk over ging. Ik zei: ‘het gesprek was een oefening om op te komen voor mijn eigen behoefte en een mogelijkheid om de therapeute te laten zien waar ik nou vandaan kom’. En op dat moment werd mijn moeder kwaad. Ze zei: ‘als ik had geweten dat dat haar plan was had ik een ander toneelstukje neergezet. Dan had ik jou helemaal onderuit gehaald’.

Ik vroeg me af, waarom een moeder haar eigen dochter in een therapeutisch proces onderuit wilde halen. Ze zat me daar een beetje de grond in te trappen en ik dacht: ‘ik hoef dit niet te pikken! Ik ga ervandoor!’. Ik heb gezegd: ik heb aikido training zo, dus ik moet weg’. Ik heb gezegd dat ik die avond ergens anders ging slapen. Mijn moeder zei toen: ‘oh dus je komt vanavond niet tuis? Mooi!’ Ik trok mijn jas en schoenen aan. Mijn moeder zei toen nog: ‘ho eens! vertrekt ze voor het echie?, dan moet ze wel haar sleutels inleveren’. Mijn vader probeerde me over te halen, zo van: ‘gaat het nou om die ene klap? We doen ook heel veel voor je’, en dat soort dingen. Ik zei: ‘het gaat me niet om die ene klap. Ik ben hier klaar mee. Ik laat me niet meer zo behandelen. Ze heeft een probleem waar ik de dupe van word’. Ik zei: ‘pap ik ben uitgepraat. Ik heb nog geen idee wat mijn plan is, maar je hoort nog van me’.

Toen ben ik naar Bert toegegaan, een goede vriend. Daar bleef ik een paar weekenden logeren. Uiteindelijk heb ik het ook nog bij een oom geprobeerd. Die wilde me twee weekenden in huis en vond daarna dat ik het moest uitpraten met mijn ouders. Nog een paar weekenden logeerde ik bij een vriendin in Amsterdam. Na mijn opname in Zeist logeerde ik nog een week bij een goede vriend. Dat was sowieso al tijdelijk en hij kon mij niet langer in huis hebben, want ik zat zonder inkomen en hij kon niet alles voor me betalen.

Sommige mensen waren wel bereid, maar niet in staat en anderen waren wel in staat, maar niet bereid. Mijn familie wilde vooral dat het weer goed kwam tussen mij en ouders, dus dat was ook geen optie. Zo kwam ik dus uiteindelijk bij de nachtopvang. Ik was al bezig met maatschappelijk werk om op korte termijn iets te regelen. Een dakloze uitkering was al gevallen als optie, dus ik was daar op tijd achteraan gegaan. Een andere dakloze man nam me mee op sleeptouw om mij te laten zien hoe het allemaal in elkaar zat. Iemand had me aangeraden om naar de nachtopvang in zelfbeheer te gaan.

Het viel even stil. Hierna vroeg ik of er nog dingen waren die ze kwijt wilde. Hieruit volgde een afsluitend stuk van het verhaal.

Ik had dus niet zo’n goede band met mijn ouders en ik zat al vast in een situatie waar je niet in wil zitten. Ik had dus al veel vaker nagedacht aan de optie om dakloos te worden. Toen was ik daar gewoon bang voor. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om dakloos te worden. Ik had elk moment kunnen beslissen om terug te gaan naar mijn ouders. Maar ik heb doorgezet. En dat voelt heel erg bevrijdend. Het geeft me kracht, omdat ik zelf de touwtjes in handen heb genomen. Het was trouwens niet mogelijk om te werken op het moment dat ik besloot uit huis te gaan. Ik had een bijstand van 500 euro. Daar kan je niet van rondkomen als je op jezelf woont. Ik kwam steeds geld tekort. Ik had ook veel psychische problemen waardoor ik niet kon werken. In een sollicitatiegesprek had ik bijvoorbeeld ook al geen positieve eigenschappen van mezelf kunnen vertellen.

Alles bij elkaar is gewoon heel waardevol geweest. Ik ben er veel sterker uitgekomen. Het ervaren dat ik de kracht heb om voor mezelf te kiezen en ervaren dat je grote angst die uitkomt eigenlijk niet eens zo erg is.